Het dragen van je kind/ draagdoek

Dragen

 

De laatste jaren wordt het dragen van een baby in een draagdoek of ergonomische drager steeds meer gezien.

Het dragen van een baby heeft verschillende voordelen:

Praktisch

Ouders hebben tijdens het dragen hun handen vrij om bijvoorbeeld een huishoudelijk klusje te kunnen doen. Het dragen kan ook gecombineerd worden met het duwen van een kinderwagen of buggy voor een ouder kind. En situaties/plaatsen waarin een kinderwagen niet handig is, denk aan openbaar vervoer, zijn goed te bereiken als het kind gedragen wordt.

Goed voor ontwikkeling

Baby’s vinden het fijn dicht bij ouders te zijn. Baby’s die veel gedragen worden zijn vaak rustiger, hebben minder stress en huilen minder. Dit komt onder andere door de geur en hartslag van ouders en door hormonen die vrijkomen door het huid-op-huidcontact bij het dragen. Dit alles heeft een positieve invloed op de hechting tussen ouders en kind en op de sociaal-emotionele ontwikkeling.

Baby’s worden gedragen in een ‘kikkerhouding’. Dit is een natuurlijke houding voor een baby en heeft een positieve invloed op de heupontwikkeling. Door de bewegingen die ouders maken tijdens het dragen leert een baby omgaan met evenwichtsveranderingen wat bijdraagt aan de motorische ontwikkeling van het kind.

Wereld ontdekken

Tijdens het dragen kan een baby op een rustige en veilig manier kennis maken met de wereld om hem heen. De baby is op ooghoogte en kan zo goed kijken naar de reactie van zijn ouders op verschillende mensen en situaties. En wanneer het allemaal even te veel wordt, kan de baby veilig tegen ouders aan ‘wegkruipen’.

Het dragen kan binnen de kinderfysiotherapeutische behandeling om verschillende redenen worden ingezet. Bij baby’s die onrustig zijn, door bijvoorbeeld darmkrampjes of reflux, kan het dragen helpen de baby zich prettiger te laten voelen, dicht tegen ouders aan. Bij reflux is het daarnaast fijn om rechtop gedragen te worden, zodat de voeding rustig kan zakken.

Ook bij baby’s die prematuur geboren zijn, een syndromale afwijking, een voorkeurshouding of (een verhoogde kans op) heupdysplasie hebben, kan het dragen worden ingezet tijdens de kinderfysiotherapeutische behandeling.